leeftijd
3+
materiaal
eventueel turnmatjes
plaats
ruimte om vrij te bewegen, met zachte ondergrond
verloop
De kinderen verspreiden zich over de zaal en gaan op hun rug liggen.
Vertel:
Trui komt op haar reis door de wereld een heel veld vol omgehakte boomstammen tegen. "Wat raar", denkt Trui. "Wie heeft deze bomen omgehakt?" "Zouden deze bomen dat voelen?" "Hoe is het om een boom te zijn?"
Spelen jullie mee met Trui dit boomstamspel?
Alle kinderen blijven liggen, stil als een boomstam. De leerkracht loopt doorheen de boomstammen en zegt : "Ik ben op zoek naar een mooie, dikke stam...aha, daar zie ik er eentje!" "Eens kijken of dit een sterke boomstam is!”
Neem het kind bij de schouders vast. Vertel de boomstam zich helemaal op te spannen en zo stijf als hout te worden, zodat je hem/haar recht kunt zetten. Wie rechtgezet is, moet ter plaatse blijven staan en kijken hoe het de andere boomstammen vergaat. Het spel eindigt als alle boomstammen rechtstaan.
uitbreiding
Als de kinderen met de spelvorm vertrouwd zijn, moeten ze hun ogen dichtdoen als de houthakker hen rechtzet.
Laat kinderen ook eens zelf houthakker zijn die andere boomstammen rechtzet.
nabespreking
Hoe is het om een boom te zijn?
Waarom hakken mensen bomen om? Is dat altijd verkeerd? Of is dat ook soms goed? Waarom?
Waarom hebben mensen bomen nodig?
Waarom heeft de aarde bomen nodig?
De boom is ook een huis voor dieren. Welke dieren leven in de bomen? Welke grotere dieren? Welke piepkleine dieren?
Wat gebeurt er met een dode boom in het bos?
slogan
Bomen zijn top!
Doe mee met MOS, bescherm het bos!
Wortels in de grond, takken in de lucht: 't is fijn een boom te zijn...
bron
"Speelkriebels voor kleuters”, Veerle Florquin en Els Bertrands. Acco, Leuven 2008.illustraties
