U bent hier

Kriebelbeestjes

leeftijd

5+

materiaal

ruimte met zachte ondergrond, zoals turnmat of tapijt. Bal of pittenzakje. Laat kinderen de schoenen uitdoen.

plaats

open ruimte

verloop

De kinderen staan verspreid in de ruimte.
Vertel:
Trui is op wereldreis. Ze kijkt graag om zich heen, niet alleen naar boven of opzij, maar ook: omlaag. In de aarde is er immers heel wat te zien! Er zijn heel wat gekken kriebelbeestjes daar beneden…vaak zie je die niet, maar ze zijn heel nuttig. En…ze bewegen héél grappig. “Ik wil ook wel eens meespelen met die kriebelbeestjes”, denkt Trui. “Ik wil ook wel eens een duizendpoot zijn, of een rups of een…” Doen jullie mee?

deel 1 : de duizendpoot
Laat de kinderen in een rij achter elkaar staan. Het eerste kind speelt de kop van de duizendpoot. Laat hen op handen en voeten gaan staan. Elk kind neemt nu met zijn linkerhand de enkel van zijn voorganger vast. Het is de bedoeling dat de hele duizendpoot zich verplaatst over een bepaalde afstand. Oefen eerst wat. De eerste keer geeft de leerkracht het looptempo aan, daarna kan de kop deze taak overnemen. Spreek af met welk been je de eerste stap moet zetten, bv. links. “Klaar? Links..rechts…links…”enz. Oefen eerst traag, voer daarna het tempo op. Hoe ver kan de duizendpoot stappen zonder te vallen?

deel 2: de mier
De kinderen liggen in een rij op de grond op hun rug, met hun benen in de lucht. Zij zijn de mierenkolonie. Mieren zijn supersterk: ze geven zware lasten aan elkaar door met hun pootjes. De eerste mier krijgt een bal (of pittenzakje) en klemt deze tussen de enkels. Deze moet de bal achterwaarts doorgeven aan de volgende mier, enz… tot de bal het einde van de rij mieren bereikt heeft. Oefen eerst, daarna kan het tempo opgevoerd worden, of meerdere ballen doorgegeven worden.

deel 3: de rups
De kinderen staan weerom in een rij achter elkaar. Het laatste kind is de kop van de rups. Iedereen gaat nu zitten en neemt met beide handen de enkels van het kind achter zich vast. Nu kan de rups zich (achterwaarts voor de kinderen) verplaatsen.  De leerkracht geeft weer eerst het tempo aan, daarna mag de kop deze rol spelen. Lukt het ook om voorwaarts te stappen? En sneller?

nabespreking

Vonden jullie het fijn om kriebelbeestjes te zijn? Waarom?
Vind je kriebelbeestjes eng of vies? Waarom wel of waarom niet?
Kunnen kriebelbeestjes ook mooi zijn?
Zijn kriebelbeestjes nuttige dieren? Voor wie? Wat doen ze allemaal?
Mag je kriebelbeestjes doodmaken? Voelen die dat dan?
Wat zou er gebeuren als er helemaal geen kriebelbeestjes meer waren?
Wat gebeurt er als iemand uit de groep valt? Wat kan je daaraan doen?

slogan

Met je neus eens in de grond, dat is heel gezond!
Kriebelbeestjes overal, ze zijn nuttig bovenal.

bron

"Spel in beweging”, Co Velthuis, dienst voor beweging, recreatie en spel, 1992

illustraties