U bent hier

Trekvogels

leeftijd 

5+

materiaal

Een 5-tal kleine turntoestellen of turnmateriaal zoals hoepels, kegels,…en een startlijn of turnmatjes om op te vertrekken.

plaats

turnzaal

verloop

Verspreid het materiaal op voorhand in de zaal. Verdeel de klas in groepjes per 5. Laat hen plaatsnemen achter de startlijn of op de matjes.
Vertel:
Op haar reis door de wereld kijkt Trui naar de lucht. Ze ziet een heleboel vogels overvliegen. Het zijn trekvogels! Ze vliegen elke herfst van hun thuis naar een warm land, omdat ze het hier te koud hebben. In de lente vliegen ze het hele eind terug. Trui kijkt eens goed. Eén trekvogel vliegt vooraan. Hij wijst de weg. De andere vliegen erachter. Om beurt is een vogel aan de beurt om de weg te wijzen. Trui wil ook best eens een trekvogel zijn. Doen jullie mee met Trui?
Een kind  is de wegwijzer. Hij/zij is de eerste trekvogel die de weg kent. De wegwijzer vertrekt aan de startlijn en kiest een parcours: hij/zij loopt van een object naar keuze  , tikt het aan, loopt naar het volgende, enz… tot hij/zij terug is bij de startlijn. Begin met slechts 3 objecten aan te tikken. De anderen kijken aandachtig toe en proberen de weg te onthouden. Op het startsignaal van de leerkracht mag het groepje waar de wegwijzer uit kwam, vertrekken om dezelfde weg af te leggen. De anderen controleren of de afgelegde weg klopt.  Lukt het niet, dan mag een volgend groepje proberen.
Na een goede afloop, mag een volgende kind uit een ander groepje wegwijzer zijn. Nu moet hij/zij 4 objecten aantikken. Het bijhorend groepje doet de wegwijzer na.
Daarna volgend 5 objecten enz…

uitbreiding

Eenmaal de kinderen vertrouwd zijn met het spel, zullen objecten meerdere keren in de reeks voorkomen. Terugkeren, ingewikkelde patronen vormen: het mag allemaal. Echte trekvogels moeten een hele lange weg kunnen onthouden!
Laat de kinderen onderweg echt trekvogel spelen: klapwieken, ganzegeluiden nadoen,…
Teken voor oudere kinderen de opstelling op het bord of op een groot stuk papier. Laat iemand op dit schema een weg aanduiden. De anderen proberen dit in het echt af te leggen.
Nog een stapje moeilijker: geef kinderen per twee een plattegrond. Een kind mag een weg tekenen, de andere moet uitvoeren.

nabespreking

Vonden jullie het fijn om trekvogel te spelen? Waarom?
Trui vindt trekvogels slimme dieren.Denk jij dat ook? Waarom?
Welke trekvogels kennen jullie?
Waarom is het belangrijk dat deze vogels wegtrekken?
Wat eten trekvogels onderweg?
Zijn er gevaren voor trekvogels? Welke?
Wat gebeurt er als er deze vogels geen eten vinden onderweg?
Waarom moeten we vogels in de winter goed verzorgen?

slogan

Vlieg met me mee, de aarde rond...
Mus of merel, gans of kip: een vogel zijn is hip!

bron

“Speelkriebels voor kleuters”, Veerle Florquin en Els Bertrands. Acco, Leuven 2008.

illustraties