leeftijd
3+materiaal
een toeter, een fietsbel, een sirene (of het geluid daarvan op CD)plaats
open ruimteverloop
Vertel: Trui is op reis. Ze ziet allemaal verschillende mensen. Die mensen haasten zich om ergens naar toe te gaan: naar school, naar het zwembad, naar hun werk. Sommigen gaan te voet, anderen met de fiets, anderen met de auto. Er is veel verkeer en iedereen loopt en rijdt door elkaar. Trui wil ook wel eens meedoen met al dat verkeer. Jullie ook? Stappen jullie mee met Trui op de fiets (doe alsof je op een denkbeeldige fiets stapt, neem het stuur vast…) ? Daar gaan we!De kinderen mogen eerst eens even “fietsen” door de zaal, kriskras door elkaar, maar zonder te botsen. Introduceer daarna de geluiden: toeter-fietsbel-sirene.
Toeteren betekent: oei, een auto! Iedereen stopt! Oefen dit even.
Fietsbel betekent: vertragen, maar wel blijven bewegen. Oefen dit even.
Sirene betekent: iedereen aan de kant, een ongeluk! Iedereen “fietst” zo snel mogelijk naar de kant en wacht tot het geluid stopt. Ook dit wordt even geoefend.
Daarna “fietsen” alle kinderen vrij door de zaal en moeten ze zo snel mogelijk goed reageren op de afgesproken geluiden. Wissel de signalen vlot af.
uitbreiding
Zelf meedoen en foppen versterkt de aandacht!nabespreking
Wie gaat met de fiets naar school? Wie komt te voet? Wie wordt gebracht met de auto? Met de bus?Wat is het beste voor de aarde? Waarom?
Neem een kaart van de omgeving voor kinderen van de lagere school:
Wie woont waar? Wie woont binnen een straal van 5 km van de school? Zou je ook met de fiets kunnen komen, in plaats van met de auto?
Wat zijn de voordelen voor de aarde als alle mensen dit doen?
Wat zijn de voordelen voor jou? Voor je ouders? Wat zijn de nadelen?
slogan
Fietsen is gezond, van je hoofd tot aan je kont.Trui aan en klaar, fietsen maar! De aarde is je dankbaar.
Vieze autoluchtjes, bah! Stap de fiets op met een lach. …..